23/01/201930/06/2019

Carrosserie0

Curator : Nicolas Lucci-Goutnikov

Eenvoudige constructies

Jeppe Hein, Moving Neon Cube (Cube de néon en mouvement), 2004 - Vue d\'ensemble© Centre Pompidou, MNAM-CCI/Philippe Migeat/Dist. RMN-GP© Courtesy : Johann König, Berlin

Sinds het begin van de 20e eeuw is de constructie een vaste waarde in de moderne sculptuur.

 

Tal van beeldhouwers streven ernaar om de voorstelling te vervangen voor de autonomie van de beeldende vorm en brengen aldus werken die louter hun structuur tonen – ontworpen met het oog op de leesbaarheid – en hun  materialen – doorgaans gefabriceerd om de expressiviteit van handarbeid te vermijden.

 

Het constructivisme, dat zijn kop opsteekt in het Rusland eind jaren 10 van de vorige eeuw, krijgt aldus vorm volgens die basisprincipes: de Stenberg-broers, gefascineerd door technische schema’s, stellen constructies voor die doen denken aan civil engineering.

 

Die traditie wordt na de oorlog hernomen door de aanhangers van de kinetische kunst – met name de artiesten van de GRAV (Groupe de recherche en arts visuels) – wiens werk ontstaat uit mathematische formules die soms plaats bieden aan het toeval.

 

De aanhangers van minimal art, zoals Carl Andre, Dan Flavin, Sol Lewitt en Larry Bell, ontplooien op hun beurt een leer die stoelt op industriële materialen (neon, plexiglas, staal) en bouwprocedures waarvan de eenvoud van het ontwerp ze onmiddellijk verstaanbaar maakt.

 

Ontdaan van enige eigenhandige tussenkomst, met als enige doel te tonen dat ze niets verbergt, wordt de sculptuur voortaan gevat volgens de schaal van de haar omringende ruimte die ze probeert af te bakenen. Die erfenis leeft vandaag nog voort en wordt vernieuwd door tal van artiesten naar het voorbeeld van Haegue Yang.