Strategy of Non-Cooperation VI
Strategy of Non-Cooperation VI (2016) is een bas-reliëf van twee parende honden. In realistische afmetingen, onderaan een muur geplaatst op hun werkelijke hoogte, parasiteren ze de tentoonstellingsruimte met hun triviale en ongetemde houding. Aline Bouvy speelt met de symboliek van zwerfhonden, die net zo goed straatkatten, duiven of ratten zouden kunnen zijn, dieren die "de thugs van de stad zijn geworden als we verwijzen naar het vocabulaire rond deze soorten: schadelijk, een plaag, invasief", merkt de kunstenaar op. Het is door het prisma van de vrijheid die deze zwerfhonden kenmerkt dat de titel van deze serie zijn volle betekenis krijgt. Op straat doen de honden wat ze willen en ontsnappen ze aan de menselijke, mannelijke overheersing.
Zowel in het onderwerp als in de ruwe sculpturale behandeling leent Strategy of Non-Cooperation VI uit de esthetiek van het groteske, een literair concept geërfd uit de Middeleeuwen en vooral bestudeerd door de Russische schrijver Mikhail Bakhtin. Op basis van de geschriften van François Rabelais is de auteur geïnteresseerd in de tijdelijke omkering van hiërarchieën en waarden die absurde en groteske overdrijving mogelijk maakt. Aline Bouvy integreert het vuile, het lelijke en het afgedankte in haar creatieve proces.
Strategy of Non-Cooperation VI weerklinkt dus met andere werken van Aline Bouvy in de collectie van de Stichting KANAL die betrekking hebben op wezens die door de huidige kapitalistische en patriarchale normen in de marge van de samenleving worden geplaatst, met name de queer gemeenschap, vrouwen of zelfs onkruid dat op braakliggende terreinen groeit. Dit werk roept cruising op, een praktijk van verkenning en zwerven die kenmerkend is voor de queer gemeenschap en die plaatsvindt in marginale, openbare ruimten. De fluïditeit van genders werkt ook door in de materialiteit van het werk. De hele serie Strategy of Non-Cooperation is gemaakt van jesmonite, een natuurlijk materiaal dat lijkt op gips.