TXT (Engine of Wandering Words)
TXT (Engine of Wandering Words), de titel van het werk, verwijst naar de gemeenschappelijke taalkundige herkomst van de woorden ‘tekst’, ‘textuur’ en ‘textiel’, die allemaal te maken hebben met ‘textere’, het Latijnse woord voor weven, maar ook naar het woord ‘reiziger (cfr. het Duitse ‘Wanderwort’). Dit zijn leenwoorden die vele talen, culturen en continenten zijn overgestoken, vaak als gevolg van handelsrelaties.
Ana Torfs selecteerde zes ‘reizende woorden’ als uitgangspunt voor haar zes jacquardtapijten: gember, saffraan, suiker, koffie, tabak en chocolade. Elk tapijt is uitgewerkt rond een van deze woorden en stelt een soort machine voor, bestaande uit vijfentwintig vierkanten/beelden die aangestuurd lijken te kunnen worden door zijwaartse hefbomen. De beelden zijn overgenomen van foto’s, etsen, schilderijen, kaarten, brochures en boeken uit verschillende tijdperken. Is het een visueel woordenboek? Een rebus? Of een kinderspelletje? Het werk, dat wordt gekenmerkt door de ideeënassociaties die typisch zijn voor de kunstenares, verwijst bovendien naar de automatische ‘schrijfmachine’ die Gulliver ontdekte tijdens zijn reizen in de roman van Jonathan Swift uit 1726 (waaruit citaten onderaan de tapijten te zien zijn). Het werk is ook een allusie op de houtgravure van Jean-Jacques Grandville uit 1838 en op het beroep van jacquardwever: dit type weven gebeurde op de allereerste programmeerbare machine die met ponskaarten werkte.